1.1 Luchtkwaliteit

De luchtkwaliteit in onze omgeving wordt bepaald door de concentratie van verschillende stoffen, deeltjes en micro-organismen in de lucht. Deze factoren kunnen van invloed zijn op onze gezondheid en ons welzijn. Hieronder worden enkele relevante aspecten van luchtkwaliteit beschreven:

 

Zuurstof (O2):
Zuurstof is een essentieel gas dat van nature voor ongeveer 21% in de lucht aanwezig is. Het is onzichtbaar en geurloos. Zuurstof is cruciaal voor basale lichaamsfuncties zoals ademhaling, verbranding van voedsel en de werking van spieren en hersenen. Een tekort aan zuurstof kan leiden tot symptomen zoals slaperigheid, hoofdpijn, verminderde concentratie en een verhoogd risico op gezondheidsproblemen.

 

Koolzuur of koolstofdioxide (CO2):
Koolstofdioxide wordt uitgeademd door mensen en dieren en komt vrij bij verbrandingsprocessen (bijvoorbeeld bij het gebruik van de geiser en bij het koken). In slecht geventileerde ruimtes kan een te hoge concentratie CO2 leiden tot een verminderde zuurstofopname bij het inademen.
Het gas is onzichtbaar, geurloos en op zichzelf onschadelijk voor ons gezondheid. In een slecht geventileerde ruimte kan CO2 samen met andere stoffen die we afscheiden (zoals vocht en zweet) een onaangename geur veroorzaken.
Een te grote percentage CO2 in de lucht verdringt de zuurstof opname bij het inademen.

 

Koolstofmonoxide (CO):
Koolstofmonoxide is een giftig gas dat ontstaat bij onvolledige verbranding van brandstoffen. Het is kleurloos, geurloos en smaakloos, maar kan leiden tot symptomen zoals vermoeidheid, duizeligheid en in ernstige gevallen bewusteloosheid en de dood.

 

Stikstof (N2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3):
Stikstof komt van nature ongeveer voor 78 vol % in de lucht voor. Het gas is onzichtbaar, geurloos en onschadelijk voor ons gezondheid.

Sommige verbindingen van stikstof in de lucht zijn schadelijk voor ons gezondheid. Zoals sommige verbindingen met zuurstof waardoor stikstofoxiden (NOx) ontstaan en een verbinding met waterstof waardoor ammoniak (NH3) ontstaat. Men spreekt vaak kortweg van stikstof als men eigenlijk de schadelijke verbindingen bedoelt.

 

Stikstofdioxide (NO2) wordt in Nederland voor een groot gedeelte door het autoverkeer en de industrie geproduceerd. Bij hoge temperaturen reageert zuurstof namelijk met stikstof.

Het gas is bruinrood en het ruikt slecht. Bij inademing kan irritatie en ontsteking van de luchtwegen, de ogen, keel en neus een verhoogde gevoeligheid voor infecties ontstaan.

Ammoniak is vooral afkomstig uit de veeteelt en landbouw. Het komt namelijk uit de mest en urine van dieren. Ammoniak is een kleurloos gas dat sterk ruikt. Schadelijke effecten bij mensen ontstaan pas bij het inademen van veel en hoge concentraties ammoniak, denk hierbij aan irritatie van de ogen en luchtwegen.
Stikstofoxiden en ammoniak kunnen in de lucht weer verder reageren en met andere deeltjes een fijnstof vormen.

 

Ozon (O3):
Ozon is een reactieve vorm van zuurstof die in de atmosfeer kan ontstaan door de inwerking van ultraviolette straling op verontreinigde lucht. Het kan leiden tot ademhalingsproblemen en bij langdurige blootstelling tot onherstelbare longschade.

 

(Semi-)vluchtige organische stoffen:
Vluchtige organische stoffen (VOS) verdampen bij kamertemperatuur (ongeveer 20 °C) en kunnen zich ophopen in binnenomgevingen. Ze zijn afkomstig van producten zoals verf, schoonmaakmiddelen en bouwmaterialen. Ze komen ook vrij door onvolledige verbranding en bij het koken of bakken.

Semi-vluchtige organische stoffen (SVOS) komen over een langere periode vrij en kunnen dan worden opgeslagen in huisstof of hechten zich aan oppervlaktes

In eerste instantie kunnen VOS stinken. Daarnaast kunnen ze hoofdpijn, vermoeidheid en irritatie aan keel, neus, oren en slijmvliezen van ogen veroorzaken. Bij langdurige blootstelling kan permanente gezondheidsschade ontstaan.

Omdat ze zich snel door de lucht verspreiden is het belangrijk om bij het gebruiken van producten die veel VOS bevatten, goed de ruimtes te ventileren.

 

Formaldehyde (HCHO) is een VOS dat in bijna alle huizen de aanwezig is. Bijvoorbeeld in spaanplaatmateriaal, kunststoffen, gordijnen, lak en meubels. Het gas dat vrijkomt is kleurloze en heeft een doordringende geur.
Het is een kankerverwekkende stof.

Terpenen zijn een voorbeeld van formaldehyde. Ze hebben een bloemachtige geur en worden daarom vaak toegevoegd in bijvoorbeeld luchtverfrissers en schoonmaakmiddelen.
Ze kunnen leiden tot geurhinder, irritatie van de luchtwegen en zelfs permanente gezondheidsschade.

 

Fijnstof
Fijnstof bestaat uit kleine zwevende deeltjes en andere bronnen.
Fijnstof is een verzamelnaam van zwevende deeltjes die vrijkomen door bouwactiviteiten, verkeer, verbranding, schoorstenen en branden.

Ze zijn kleiner zijn dan 10 micrometer in doorsnede. Dit wordt aangegeven met PM10. PM staat voor particulate matter, het toegevoegde cijfer is de maximale doorsnede van de deeltjes in micrometer(μm).

Hoe kleiner de deeltjes en hoe dieper ze in de longen kunnen doordringen en schade kunnen veroorzaken. Ultrafijnstof (PM2,5) komt zelfs in de bloedbaan terecht en kan voor hart- en vaatziekten zorgen.

 

Bacteriën, virussen en schimmels:
Deze micro-organismen kunnen in de lucht zweven en onze gezondheid beïnvloeden. Een bacterie is een compleet werkende cel. Ziekmakende bacteriën maken cellen stuk en je kunt hierdoor ontstekingen krijgen.

Een virus is een stukje organisch materiaal dat zich uitsluitend kan vermenigvuldigen in cellen van levende wezens. Wanneer dit gebeurt, kunt u ziek worden.

Bacteriën en virussen komen in ons lichaam via onze mond, neus, wonden op onze huid, bepaalde insectenbeten, enzovoort.
Ze kunnen infecties veroorzaken wanneer ze worden ingeademd.


Schimmels zijn microscopisch kleine organismen die sneller groeien in warme en vochtige ruimtes. Je kan ze herkennen door de verkleurde vlekken op oppervlakken en door een muffe geur die ze in aangetaste kamers verspreiden.

Vochtproblemen kunnen ontstaan door bouwkundige gebreken, zoals lekkages of een fout in de constructie van het huis. Maar ook door onvoldoende te ventileren en te luchten in combinatie met een te lage temperatuur.

Schimmels planten zich voort door middel van sporen. Dit zijn microscopische deeltjes die door de lucht vervoerd worden. Ze kunnen in uw longen terecht komen door inademing en kunnen leiden tot gezondheidsklachten of bestaande klachten verergeren. Zoals geïrriteerde slijmvliezen of rode, jeukende ogen.

 

Allergenen: Allergenen in de lucht, zoals pollen en schimmelsporen, kunnen allergische reacties veroorzaken, waaronder jeukende ogen, verstopte neus en huidproblemen.

 

1.1.2 Meeteenheden luchtkwaliteit
In Europa wordt de luchtkwaliteit vaak gemeten en uitgedrukt in specifieke eenheden. Hier zijn enkele van de meest gebruikte meeteenheden:
Microgram per kubieke meter buitenlucht (μg/m3): Dit is de meest gangbare eenheid voor het meten van concentraties van vervuilende stoffen in de buitenlucht, zoals fijnstof en stikstofdioxide.
Milligram per kubieke meter buitenlucht (mg/m3): Sommige stoffen worden gemeten in milligrammen per kubieke meter, wat duizend keer groter is dan een microgram.

 

Parts per billion/million (ppb/ppm): Dit zijn verhoudingsgetallen die aangeven hoeveel gasmoleculen van een bepaalde stof er zijn per miljard (ppb) of miljoen (ppm) luchtmoleculen. Dit wordt vaak gebruikt voor het meten van zeer lage concentraties van stoffen zoals ozon.

 

1.1.3 Normen voor vervuiling
Kwaliteitsnormen voor de buitenlucht dienen als leidraad om te bepalen of de luchtkwaliteit in een gebouw aanvaardbaar of schadelijk is. In Nederland en België zijn deze normen gebaseerd op de EU-richtlijn 2008/50/EG. Hier zijn enkele belangrijke normen voor luchtkwaliteit.

De tabel geeft een overzicht van enkele belangrijke normen in de regelgeving voor luchtkwaliteit.

 

Gas/stof Soort norm Concentratie status
Stikstofdioxide (NO2)
Jaargemiddelde 40 µg/m3 Grenswaarde
Jaargemiddelde 10 µg/m3 WHO-advieswaarde
Uurgemiddelde (mag maximaal 18 keer per jaar worden overschreden). * 200 µg/m3 Grenswaarde
* Van toepassing voor wegen waarvan ten minste 40.000 motorvoertuigen per etmaal gebruik maken.
Fijnstof PM10 Jaargemiddelde** 40 µg/m3 Grenswaarde
** De daggemiddelde grenswaarde is voor PM10 belangrijker dan de jaargemiddelde norm van 40 µg/m3. Want de daggemiddelde norm komt ongeveer overeen met 32 µg/m3 jaargemiddeld.
Jaargemiddelde 15 µg/m3 WHO-advieswaarde
Daggemiddelde (mag maximaal 35 keer per jaar worden overschreden) ** 50 µg/m3
Grenswaarde
Fijnstof PM2,5 Jaargemiddelde 25 µg/m3 Grenswaarde
Jaargemiddelde 20 µg/m3 Indicatieve grenswaarde (EU)
Jaargemiddelde 20 µg/m3 Grenswaarde *
Jaargemiddelde 14,4 µg/m3 Richtwaarde/streefwaarde
Jaargemiddelde 5 µg/m3 WHO-advieswaarde S
$ Streefwaarden uit de Europese richtlijnen staan als ‘richtwaarden’ in de Wet milieubeheer. Deze richtwaarde staat in voorschrift 4.7 uit bijlage 2 van de Wm en geldt alleen voor de rijksoverheid.

Benzeen Jaargemiddelde 5 µg/m3 Grenswaarde
Ozon (O3)
120 µg/m3 voor de hoogste 8-uursgemiddelde ozonconcentratie per dag. Deze concentratie mag gemiddeld over drie jaar, niet vaker dan 25 dagen per kalenderjaar worden overschreden.

Ozongehalte onder de 100 µg/m3 blijft voor een gezond binnenklimaat Grenswaarde

Vluchtige organische stoffen (VOS)
De hoeveelheid VOS in producten staan vermeld in het oplosmiddelenbesluit en de REACH Verordening (1907/2006/EG) en de Europese verfrichtlijn (2004/42/EG). VOS-gehalte onder de 0,1 mg/m3.
Koolstofdioxide (CO2)
Grenswaarde: 0,12 vol % (1200 ppm). Bij incidentele afwijking van het beoogde gebruik, waarbij een grotere verontreiniging optreedt (bijv. een tijdelijke hogere bezetting van de arbeidsplaats) mag het CO2-gehalte ten hoogste 0,15 volume procent bedragen (1500 ppm).

Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft 1000 ppm als bovengrens gesteld.

 

Wettelijk gezien mag de CO2-concentratie bij scholen niet boven 1200 ppm uitkomen (Bouwbesluit, Ventilatierichtlijn NEN 1089). CO2 in huis onder de 800 ppm blijft.
800 ppm

 

800-1000 ppm Boven de 1200 ppm krijgen de meesten mensen last van klachten zoals hoofdpijn, vermoeidheid en oogirritatie.

Een benauwde of bedompte lucht komt vaak door een te hoog CO2-gehalte.
Koolstofmonoxide (CO)
CO van 10.000 µg/m3 voor de 8-uurgemiddelde concentratie van CO.

# De blootstellingsconcentratie is de concentratie waaraan de stedelijke bevolking wordt blootgesteld. Deze blootstellingsconcentratieverplichting geldt voor de rijksoverheid. Lokale overheden hoeven hier niet aan te

 

Dit zijn enkele van de belangrijkste normen die gelden voor luchtkwaliteit in binnen- en buitenlucht. Het naleven van deze normen is van cruciaal belang om een gezond binnenklimaat te waarborgen.